woensdag, mei 16, 2007

What Have I Done To Deserve This?

De laatste dag in Osaka werd afgesloten met een bezoekje aan een zgn. “Kaitenzushi-restaurant”. Dit is in mijn ogen een van de beste plaatsen om een snel hapje te eten, en iets dat stilletjes aan ook wel eens bij ons mocht worden geintroduceerd. Het concept van deze sushi-zaak is heel simpel; iedereen zit rond een lopende band waar constant bordjes met sushi, sashimi of een andere lekkernij voorbij komen. Je neemt gewoon waar je goesting in hebt, en als je iets specifieks wil, moet je gewoon even roepen en het wordt onmiddellijk klaargemaakt door de chefs. Veel zaken hanteren 1 vaste prijs, bijvoorbeeld 130 yen per bordje, maar in andere zaken zijn er verschillende prijzen afhankelijk van de kwaliteit, waardoor de rekening wel eens hoog kan oplopen als je even niet op let.

Anyway, voor vrijdag had ik het werkelijk briljante idee (jaja, ’t klinkt arrogant maar mijn ouders zijn het hier mee eens, dus om het nog eens te benadrukken, briljant gewoon) om af te spreken met mijn favoriete Japanse duivenmelker, Akagi, in Kobe. Zoals sommigen weten heb ik deze Japanner enkele dagen voor mijn vertrek ontmoet via Jos Thone, en natuurlijk was dit een contact dat ik moest onderhouden! Ik had er tijdens mijn verblijf al een paar keer mee afgesproken, gewoon om bij te praten of voor wat vertaalwerk, en hij had mij gezegd dat ik hem zeker een seintje moest geven als mijn ouders op bezoek waren.

Zelfs was ik slechts 1 keer in Kobe geweest, het is leuk om een dagje in rond te slenteren, maar voor de rest is het vooral een business -en industriestad. Toch zijn er een paar attracties, zoals Chinatown, waar we eens een kijkje hebben genomen (en overigens geen woord Chinees hebben opgevangen, alleen maar Japans zoals gewoonlijk), en de haven. In de haven bevindt zich Kobe-Tower, een van de lelijkste bouwwerken in Japan. De toren wordt wel eens vergeleken met Tokyo-Tower (een afschuwelijke kopie van de Eiffeltoren) en als zelfs Japanners de dingen lelijk vinden dan moet je je als architect toch wel serieus vragen beginnen stellen.



Na even genoten te hebben van het uitzicht nam Akagi ons mee naar een van zijn klanten, een of andere tuin. Ik had mij eerlijk gezegd verwacht aan maar weer eens een traditionele Japanse tuin, maar toen we aankwamen bleek het een gigantische serre te zijn met onnoemelijk veel bloemen en een hoop vogels. Voor mijn ouders, tuinliefhebbers in hart en nieren, was dit geweldig, en ik moet toegeven dat ik er toch ook wel erg van heb genoten, eindelijk nog eens een tuin die mij aan thuis deed denken in plaats van het hele zen-gedoe.


Een etentje onder de bloemetjes later, vervolgden we onze dag in een authentieke sake-brouwerij. We bekeken een korte introductie over het productieproces en natuurlijk mochen we een slokje proeven. De vriendelijke gids bleef ons maar staaltjes van de verschillende soorten sake inschudden, en, vriendelijk als we zijn, konden we dit niet weigeren! Na een laatste maaltijd, bedankten we Akagi, aangezien hij ons plekjes van Kobe had laten zien waar we zelf anders nooit zouden zijn geraakt, namen afscheid, en vertrokken we naar onze nieuwe bestemming, Hiroshima Mijn ouders waren heel tevreden over deze dag, en ik was blij dat ze nu eens echt contact hebben gehad met een Japanner, angezien dit anders toch wel wat moeilijk zou zijn gebleken.

Ik denk niet dat ik hoef uit te leggen waarom we naar Hiroshima gingen, het is in mijn ogen een plek waar iedereen eens een bezoekje aan moet brengen, om er fatsoenlijk achter te komen waar dat mensen wel toe in staat kunnen zijn. Het vredesmuseum is best wel heavy stuff, met een gedetailleerd overzicht van de gebeurtenissen tijdens WOII, die uiteindelijk culmineerden in de vernietiging van Hiroshima en enkele dagen later Nagasaki. Ik vond persoonlijk dat de Japanners hier verbazend open waren over hun toch niet zo mooie verleden, zeker vergeleken met het Yasukuni-schrijn (zie een van mijn posts over Tokyo). Zo werd er onder andere onomwonden geschreven dat de Japanners wel degelijk de oorlog hadden uitgelokt (wat revisionisten wel eens willen vergeten), en ook de slachting van Nanking kwam aan bod.


Naast de oorlog was er natuurlijk ook aandacht voor de Fallout, de gevolgen voor de stad, zijn bevolking en de impact die de bom nu nog altijd heeft op vele levens. Er werd echt geen blad voor de mond genomen, en je werd keihard geconfronteerd met de effecten van radioactiviteit op de slachtoffers, en de lijdensweg die velen ondergingen in de weken na het bombardement.

Het vredespark zelf is ook mooi om door te wandelen, met de cenotaaf, waarin de lijst met alle slachtoffers wordt bewaard, de vlam die slechts zal worden gedoofd als het laatste nucleair wapen wordt ontmanteld, en het monument voor de kinderen die zijn omgekomen. Dit werd opgericht ter nagedachtenis van een meisje dat 1000 origami-kraanvogels wilde vouwen, in de hoop dat ze zo haar leukemie kon overwinnen. Helaas stierf ze voor dat ze haar werk had afgemaakt, maar sindsdien worden er iedere dag honderden kraanvogels opgestuurd naar het monument, gevouwen door schoolkinderen van binnen en buiten Japan. Vanuit het hele park is ook de A-Dome zichtbaar, een van de weinige gebouwen die nog rechtstonden na de explosie, opgenomen als Werelderfgoed, en het symbool bij uitstek van Hiroshima.


De tweede dag brachtten we een bezoekje aan Miyajima, bekend om een van de drie mooiste uitzichten in Japan samen met Amanohashidate (eerdere post) en een of andere baai. Spijtig genoeg was het weer deze dag niet zo goed, maar Miyajima, meer bepaald het Utsukushima-schrijn is zeker de moeite waard. De rode torii (poort) is onderhevig aan eb en vloed, en bijgevolg kun je er gewoon rond wandelen in de late namiddag. Het is een vrij toeristisch eilandje, maar er zijn ook enkele rustigere plaatsjes rond tempels, waar je kan genieten van de bloeiende kerselaars of het mooie uitzicht op de baai.


Het dorpje zelf bestaat eigenlijk uit niks anders dan souvenirwinkels, waar naast de gewoonlijke prullen voornamelijk houtsnijwerk en rijstlepels met allerlei inscripties voor belachelijk veel geld worden verkocht. Net zoals overal in Japan is er ook hier een lokale specialiteit te vinden, een of ander gebak in de vorm van een esdoornblad, iets dat iedere zichzelf respecterende Japanner toch wel zeker gegeten moet hebben hier!


De dag werd afgesloten met een bezoekje aan een Koreaans restaurant, iets waar ik zelf nog niet veel ervaring mee had. De keuken draait blijkbaar vooral om eenpansgerechten, en heeft meer smaak dan de doorgaans relatief flauwe Japanse keuken. We vonden het alleszins geweldig lekker, en het is zeker iets waar ik meer over te weten wil komen tijdens mijn verblijf hier.


Maandagmorgen was het tijd om afscheid te nemen. Mijn ouders namen de shinkansen richting Tokyo, en ik verliet hen onderweg in Osaka. Al bij al was ik toch blij dat mijn ouders op bezoek zijn geweest, niet in het minst om de gigantische voorraad snoep en andere dingen die ze voor mij hadden meegenomen xD, maar natuurlijk ook eens bij te praten en dergelijke dingen. Bedankt voor het bezoek!