vrijdag, maart 23, 2007

City of Delusion

Shinjuku wordt door velen beschouwd als het hart van Tokyo. Om te beginnen bevindt zich hier een van de drukste stations ter wereld. Nu, het is me al opgevallen dat de meeste metrostations in Tokyo niet echt klein te noemen zijn (een halve kilometer lopen om van de ene lijn naar de andere over te stappen is niet ongebruikelijk), maar Shinjuku is echt GIGANTISCH, en dankzij mijn geweldige orientatievermogen ben ik er natuurlijk meermaals verloren gelopen, niet dat dit op zich zo erg is, omdat er in het station, dat zch kilometers onder de grond uitstrekt, toch ook wel vanalles te beleven valt. Dit is uiteraard allemaal niet zo leuk in de ochtendspits, die in Japan sowieso onnoemelijk druk is, maar het heeft toch zijn charme, zeker als je zelf niet op een volgepropte trein moet stappen.

Shinjuku heeft niet zoveel toeristische trekpleisters, maar ik vond het aangenaam om eens een wandelingetje te maken tussen de wolkenkrabbers. Zo kwam ik uit bij het Tokyo Metropolitan Government Office, een redelijk controversieel gebouw gebouwd door de bekende architect Kenzo Tange, dat te kampen heeft met een negatief imago om een of andere reden. Het is vooral een bezoek waard voor het observatieplatform op de 42ste verdieping, vanwaar dat je goed kan zien hoe ver dat Tokyo zich uitstrekt, in de verte is zelfs de berg Fuji te zien.

‘s Avonds heeft Shinjuku ook wel iets, niet alleen omdat er veel gezellige (maar dure) izakaya’s te vinden zijn, maar ook omdat de buurt Kabuki-cho er vlak naast ligt. Deze buurt werd in mijn resigids beschreven als een “poel des verderfs”, wat natuurlijk de beste aanbeveling is die een plaats kan krijgen in mijn ogen. Waarom dat deze wijk deze goede reputatie heeft werd mij al snel duidelijk toen ik werd benaderd door een man, keurig in smoking gestoken, die mij een uurtje drinken in een stripclub aanbood voor “slechts” 10.000 yen! Yep, ik was blijkbaar in de rosse buurt van Tokyo terechtgekomen! Al bij al vond ik het heel grappig om er eens in rond te lopen, tussen de dikke westerlingen die interesse hadden in een nummertje op zijn Japans, en de salary-men die al om tien uur ‘s avonds ladderzat op straat rondliepen. Daarnaast ben ik op een halfuur tijd maar liefst 5 keer in keurig Engels benaderd met allerlei voorstellen waar ik hier maar niet dieper op in zal gaan (ik moet mijn onschuldige neefjes en nichtjes toch beschermen xD).

Vrijdag moest ik in Chiyoda zijn, en van de gelegenheid heb ik dan ook maar eens gebruik gemaakt om de nationale Belgische trots in Japan te gaan bezichtigen, jawel, de beruchte ambassade van 420 miljoen euro! Zoals de mensen die de actualiteit volgen weten, bestaat er wat controverse rond de recente verkoop (waar de regering de begroting mee in evenwicht heeft gemaakt) meer specifiek over de vraag of het gebouw, dan wel de grond nu precies het geschenk was van de keizer. Veel mensen zeggen dat het een teken is van weinig respect is, dat zo’n “oud en waardevol” gebouw afbreken barbaars zou zijn etc. Nu ik heb het gebouw bekeken, en ik moet bekennen dat ik het allemaal maar redelijk schraal en afgeleefd vond uitzien. Het is wel een groot gebouw voor de wijk waar het in staat, maar ik denk persoonlijk niet dat het die hele hetze waard is, dus voor mijn part mag het met de grond gelijk worden gemaakt (wat volgens het vriendelijke personeel ook zal gebeuren eind dit jaar).

Asakusa is een va de oudste wijken van Tokyo, en heeft nog iets weg van een gezellige volksbuurt, alhoewel ook de moderne architectuur hier zijn weg heeft gevonden in het spectaculaire Flamme d’Or gebouw. Ik kan eigenlijk niet echt zeggen of ik het mooi vind of niet, het is in ieder geval “speciaal”!

Asakusa trekt vooral toeristen aan omwille van de Senso-ji, een van de weinige Boeddhistische tempels in Tokyo, en de buurt er rond die iets weg heeft van een ouderwetse vlooienmarkt, met kleine straatjes waar allerlei rotzooi wordt verkocht, van de afschuwelijke gelukskatten, tot kimono’s van een paar 1000 euro.


De tempel zelf is niet zo geweldig , alhoewel dat er een van de mooiere pagode’s staat die ik tot nu toe heb gezien, en wordt vooral bezocht omdat er twee gigantische lantaarns te bewonderen zijn. Asakusa is charmant omdat je hier nog de invloed van het oude Tokyo kunt merken, en ik heb mij laten vertellen dat het hier pas echt leuk wordt tijdens een van de vele festivals, maar spijtig genoeg vond er niks speciaals plaats tijdens mijn korte verblijf.

Foto's zijn te vinden in de mappen Shinjuku en Asakusa.

maandag, maart 19, 2007

City of Blinding Lights

Jaja, het is mij ook wel opgevallen dat mijn laatste blogs niet echt over mijn spannende belevenissen gingen, maar meer over mijn ergernissen en dergelijke. Maar daar zal nu verandering in komen! Ik heb namelijk de afgelopen dagen in Tokyo doorgebracht, en ik heb mij daar helemaal gegeven, waardoor niet alleen deze post maar ook de volgende paar posts over mijn avonturen in de hoofdstad zullen gaan (kwestie van iets te schrijven te hebben voor de komende weken, en als ik alles in 1 post zou moeten zetten zou ik zelf na de eerste pagina’s al doodvallen van verveling). Uiteraard heb ik, naar mijn normen, gigantisch veel foto’s genomen, die ik beetje bij beetje zal uploaden, dus hou zeker mijn MSN Space in de gaten.

Anyway, zonder nog meer onzin te verkopen, op naar deel 1, Mijn aankomst en de ontdekkingstocht door Akihabara, mekka van alle anime-nerds!

Tijdens mijn verblijf in Tokyo heb ik gelogeerd bij een vriend en college-Japanoloog, Stijn, die aan de Seijo universiteit studeert (waarvoor onnoemelijk veel dank), wat mij toch wel verdomd goed uitkwam omdat een hotel belachelijk duur zou zijn uitgevallen. Na een lange nachtelijke busrit (waar niet veel slaap aan te pas was gekomen omdat de kerel naast mij met zon idioot mondmaskertje me de stuipen op het lijf heeft gejaagd) werd ik door Stijn opgepikt en gingen we naar zijn kot, (waar ik overigens opzettend jaloers op ben, omdat het gewoon 3 keer zo groot is als het mijne, en onnoemelijk veel mooier, maar kom).

‘s Avonds was er afgesproken met een aantal medestudenten van Stijn, waaronder Annabelle, ook een studente van Leuven die aan Seijo studeert. Na een korte wandeling waarbij ik voor het eerst een beetje kennismaakte met Tokyo, werd de avond voortgezet in een izakaya, met belachelijk lekker eten, en een uurtje karaoke, waar zelfs ik het niet kon laten om te zingen (een feit dat in de toekomst ongetwijfeld traumatisch zal zijn voor mijn slachtoffers).

Ik had mij tijdens de busreis al een ruw schema opgesteld, dat, nu dat ik er op terugkijk, eigenlijk druk was en redelijk duur is uitgevallen, maar ik heb toch de voornaamste toeristische plekpleisters en dergelijke gezien peins ik. De eerste echte dag hield een bezoekje aan Akihabara in. Deze wijk was oorspronkelijk bekend voor zijn belachelijk goedkope elektronica, maar is vooral in de laatste jaren uitgegroeid tot het heiligdom voor fans van Japanse animatie en alle rare dingen die hiermee gewoonlijk geassocieerd worden.

Action figures zijn de rage in Japan, en praktisch ieder anime –of game-personage heeft wel zijn eigen poppetje. De populairste zijn uiteraard de vrouwelijke figuurtjes, vaak gebaseerd op een of andere hentai (de porno-versie van anime), hoe schaarser gekleed hoe populairder. Dit werd mij toch wel een beetje te creepy bij het zien van de life-size dolls, waar ik liever niet meer over te weten kom.

Anime is ook bij ons bekend om zijn gigantische robots, en vanzelfsprekend zijn hier ook action figures van te krijgen. De gewone kleinere models zijn in de gewone speelgoedwinkels te vinden, maar natuurlijk moest er weer wat bijzonders te koop zijn in Akihabara, namelijk deze gigantische robot voor maar liefst 2200 euro!

Een van de meest hilarische obsessies van otaku (japanse term voor anime-liefhebbers) is de maid, meisjes verkleed als een dienstmeisje. In de meeste winkels waren deze uniformpjes te koop (nog niet eens echt duur), en op straat liepen er ook enkele maids rond, alhoewel deze tot mijn grote spijt niet op de foto wilden. Het hoogtepunt van deze fetisj is te zien in het zogenaamde maid-cafe. Op het eerste zicht een doodnormaal cafeetje (met overigens best wel goede koffie naar Japanse normen), totdat je doorhebt dat je uitsluitend door maids wordt bediend! Het doet eigenlijk belachelijk normaal aan, maar toch is het ietwat freaky. Naast ons zagen we ook een ietwat awkward situatie, waarbij een jonge maid blijkbaar oneerbare voorstellen kreeg van een man die toch wel redelijk wat ouder was dan haar.


Akihabara is nu nog steeds de plek bij uitstek voor goedkope elektronica, en ik voelde mij hier direct thuis. Onnoemelijk veel ontieglijk kleine winkeltjes verkochten alles, maar dan ook echt alles wat je je kon voorstellen, van laptops tot oude digitale camera’s (ik heb zelfs mijn prehistorische camera voor een belachelijk goedkope prijs zien liggen). Over het algemeen zijn de grote merken als Toshiba, Sony, Canon en dergelijke een stuk goedkoper dan in een gewone winkel, maar de echte goudmijn is te vinden in de minder bekende merken. Niet alleen worden ze sowieso aan praktisch dumpprijzen verkocht, het is nog mogelijk om er op af te dingen ook!

Daarnaast viel het mij ook op dat er veel elektronica werd verkocht die ook bij ons zou kunnen worden gebruikt (Japan gebruikt een ander voltage waardoor elektrische apparaten in het algemeen niet zonder speciale adapter kunnen worden gebruikt bij ons). Een beetje duurder, maar nog steeds ideaal voor de toerist! Daar komt dan nog bovenop dat de meesten van deze shops tax free zijn voor buitenlanders, op vertoon van paspoort, dus je krijgt ook nog eens 5% korting! In het algemeen voelde Denki Town, zoals de buurt wordt genoemd, heerlijk illegaal aan, en als ik meer tijd en geld had, zou ik mij hier dagen hebben geamuseerd.