Anyway, zonder nog meer onzin te verkopen, op naar deel 1, Mijn aankomst en de ontdekkingstocht door Akihabara, mekka van alle anime-nerds!
Tijdens mijn verblijf in Tokyo heb ik gelogeerd bij een vriend en college-Japanoloog, Stijn, die aan de Seijo universiteit studeert (waarvoor onnoemelijk veel dank), wat mij toch wel verdomd goed uitkwam omdat een hotel belachelijk duur zou zijn uitgevallen. Na een lange nachtelijke busrit (waar niet veel slaap aan te pas was gekomen omdat de kerel naast mij met zon idioot mondmaskertje me de stuipen op het lijf heeft gejaagd) werd ik door Stijn opgepikt en gingen we naar zijn kot, (waar ik overigens opzettend jaloers op ben, omdat het gewoon 3 keer zo groot is als het mijne, en onnoemelijk veel mooier, maar kom).
‘s Avonds was er afgesproken met een aantal medestudenten van Stijn, waaronder Annabelle, ook een studente van Leuven die aan Seijo studeert. Na een korte wandeling waarbij ik voor het eerst een beetje kennismaakte met Tokyo, werd de avond voortgezet in een izakaya, met belachelijk lekker eten, en een uurtje karaoke, waar zelfs ik het niet kon laten om te zingen (een feit dat in de toekomst ongetwijfeld traumatisch zal zijn voor mijn slachtoffers).
Ik had mij tijdens de busreis al een ruw schema opgesteld, dat, nu dat ik er op terugkijk, eigenlijk druk was en redelijk duur is uitgevallen, maar ik heb toch de voornaamste toeristische plekpleisters en dergelijke gezien peins ik. De eerste echte dag hield een bezoekje aan Akihabara in. Deze wijk was oorspronkelijk bekend voor zijn belachelijk goedkope elektronica, maar is vooral in de laatste jaren uitgegroeid tot het heiligdom voor fans van Japanse animatie en alle rare dingen die hiermee gewoonlijk geassocieerd worden.
Action figures zijn de rage in Japan, en praktisch ieder anime –of game-personage heeft wel zijn eigen poppetje. De populairste zijn uiteraard de vrouwelijke figuurtjes, vaak gebaseerd op een of andere hentai (de porno-versie van anime), hoe schaarser gekleed hoe populairder. Dit werd mij toch wel een beetje te creepy bij het zien van de life-size dolls, waar ik liever niet meer over te weten kom.
Anime is ook bij ons bekend om zijn gigantische robots, en vanzelfsprekend zijn hier ook action figures van te krijgen. De gewone kleinere models zijn in de gewone speelgoedwinkels te vinden, maar natuurlijk moest er weer wat bijzonders te koop zijn in Akihabara, namelijk deze gigantische robot voor maar liefst 2200 euro!
Een van de meest hilarische obsessies van otaku (japanse term voor anime-liefhebbers) is de maid, meisjes verkleed als een dienstmeisje. In de meeste winkels waren deze uniformpjes te koop (nog niet eens echt duur), en op straat liepen er ook enkele maids rond, alhoewel deze tot mijn grote spijt niet op de foto wilden. Het hoogtepunt van deze fetisj is te zien in het zogenaamde maid-cafe. Op het eerste zicht een doodnormaal cafeetje (met overigens best wel goede koffie naar Japanse normen), totdat je doorhebt dat je uitsluitend door maids wordt bediend! Het doet eigenlijk belachelijk normaal aan, maar toch is het ietwat freaky. Naast ons zagen we ook een ietwat awkward situatie, waarbij een jonge maid blijkbaar oneerbare voorstellen kreeg van een man die toch wel redelijk wat ouder was dan haar.
Akihabara is nu nog steeds de plek bij uitstek voor goedkope elektronica, en ik voelde mij hier direct thuis. Onnoemelijk veel ontieglijk kleine winkeltjes verkochten alles, maar dan ook echt alles wat je je kon voorstellen, van laptops tot oude digitale camera’s (ik heb zelfs mijn prehistorische camera voor een belachelijk goedkope prijs zien liggen). Over het algemeen zijn de grote merken als Toshiba, Sony, Canon en dergelijke een stuk goedkoper dan in een gewone winkel, maar de echte goudmijn is te vinden in de minder bekende merken. Niet alleen worden ze sowieso aan praktisch dumpprijzen verkocht, het is nog mogelijk om er op af te dingen ook!
Daarnaast viel het mij ook op dat er veel elektronica werd verkocht die ook bij ons zou kunnen worden gebruikt (Japan gebruikt een ander voltage waardoor elektrische apparaten in het algemeen niet zonder speciale adapter kunnen worden gebruikt bij ons). Een beetje duurder, maar nog steeds ideaal voor de toerist! Daar komt dan nog bovenop dat de meesten van deze shops tax free zijn voor buitenlanders, op vertoon van paspoort, dus je krijgt ook nog eens 5% korting! In het algemeen voelde Denki Town, zoals de buurt wordt genoemd, heerlijk illegaal aan, en als ik meer tijd en geld had, zou ik mij hier dagen hebben geamuseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten