woensdag, augustus 01, 2007

Gettin' Out

De zomer in Japan is traditioneel de periode waarin schrijnen en tempels festivals organiseren. De meesten zijn klein en eenvoudig, maar de afgelopen weken heb ik er twee bezocht die zeker de moeite waard zijn voor iedereen met een beetje interesse in Japanse cultuur.

Het eerste was Gion-Matsuri, een festival dat al meer dan duizend jaar wordt gevierd om het einde van een reeks ziekten die Kyoto teisterden te herdenken. Het festival duurt eigenlijk de hele maand juli, maar de interessantse activiteit is de optocht die plaatvindt op 17 juli. De grootste straten worden afgesloten van het verkeer, en een parade van schrijnen trekt door de stad.

Gion is het beroemdste festival in Japan, en zoals verwacht komt er ontzettend veel volk op af, ook veel buitenlandse toeristen. De straten staan afgeladen vol, vooral op de hoeken moet je echt drummen om een goed plaatsje te vinden (reden komt later). Net zoals bij Jidai-Matsuri (oktober vorig jaar) zijn de Japanners hier echter uiterst gedisciplineerd in, en gebeurt alles mooi ordelijk. De grote politiemacht die hier voor wordt uitgetrokken zal er ook wel voor iets tussenzitten!


De grote wagens, hoko, zijn zeer indrukwekkend om te zien, vooral omwille van hun rijke versieringen. Naar het schijnt wegen ze rond de 12 ton, gecombineerd met het volk dat er bovenop zit is dit toch wel zwaar peins ik! Daarom moeten de wagens worden voortgetrokken door een tiental mensen. Het spectaculairste gebeurt in de bochten. Aangezien de wagens niet op zichzelf kunnen draaien, moeten ze iedere keer terug in de goede richting worden getrokken. Met elke wagen lopen er een hoop kerels mee die bamboelatten op de grond moeten leggen en deze nat maken zodat de wielen kunnen glijden. Onder luide aanmoedigingen van de mannetjes op de wagen wordt hij een paar graden in de juiste richting getrokken, waarop het hele proces wordt herhaald. Het zag er allemaal niet min uit, en ik zou niet graag in hun schoenen staan en de hele dag een wagen door de stad trekken!

Andere wagens, tama, beelden historische taferelen uit, en zijn een stuk kleiner dan de hoko. Ze wegen “slechts” anderhalve ton. Bij de bochten wordt de tama niet gedraaid zoals de grote wagens, maar de dragers heffen het ding gewoon even op! Het grappige is dat er onderling precies een competitie bezig is, aangezien iedere groep dragers probeert zoveel mogelijk rondjes te lopen met zijn tama.

Het tweede festival dat ik heb bezocht was het Tenjin-Matsuri, een van de drie grootste festivals in Japan dat in Osaka werd gehouden. Ik heb eerlijk gezegd geen idee waar dit om draaide, maar dat hield ons niet tegen om een kijkje te gaan nemen!

Aangekomen hadden we al meteen door dat de reputatie van grootste festival gepaard ging met een enorme massa. De straten in de buurt waren afgesloten, en overal stonden kraampjes opgesteld. Eigenlijk heeft zo’n festival iets weg van een kermis, compleet met schietkramen, viskraampjes (wat hier wel heel letterlijk werd genomen), en zelfs een spookhuis!

Een van de grote publiekstrekkers was een botenparade op de rivier. Wat hier precies de bedoeling van was is een raadsel, het had wel iets carnavalsachtig (boten vol reclame, gevuld met Japanners die blijkbaar al aardig wat alcohol binnen hadden), maar was leuk om te zien. Het hele gebeuren zou worden afgesloten met vuurwerk, maar aangezien we niet echt wisten waar dit precies te doen zou zijn hebben we alleen maar de laatste minuut kunnen meemaken, maar naar verluid was het niet zo spectaculair.