maandag, augustus 27, 2007

Closing of the Doors

Eindelijk is het zover, na 305 dagen is er een einde gekomen aan mijn verblijf in het land van de rijzende zon. Ik kijk met gemengde gevoelens terug, enerzijds zijn er momenten geweest waarop ik even genoeg had van Japan, waar het kleinste contact met zijn inwoners een bron van ergernis was, maar anderzijds moet ik ook constateren dat het jaar voorbij is gevlogen. Ik zie nog altijd het afscheid met mijn ouders en Stef in Brussel Zuid voor mij, ik herinner mij nog de eerste, eerlijk gezegd ontmoedigende indrukken toen ik op Gaidai aankwam en de verloederde staat van de gebouwen en mijn dormitory zag. Er moet ook worden bijgezegd dat de eerste maanden voor mij niet altijd even simpel zijn geweest wegens bepaalde omstandigheden, maar een korte rustperiode in Belgie heeft mij hier wel bij geholpen, alhoewel ik toegegeven niet altijd de gemakkelijkste was tijdens die paar weken.

Het is onvermijdelijk dat dit verblijf een effect heeft op mijn perceptie van dit land. Voordat ik naar hier kwam had ik een vrij positief beeld van Japan, misschien zelfs een tikkeltje naief, wat zich vooral gevormd had na enkele goede contacten met Japanners in Belgie. Dit jaar heeft ook de minder positieve kanten van de maatschappij, die lijkt te worden geleid door oppervlakkige beleefdheid en apathie, belicht die met momenten zeker hebben geprimeerd en een ronduit negatief beeld hebben gevormd. Toegegeven, dit is misschien vertekend door enkele slechte ervaringen die op dit moment de bovenhand halen, maar het is nu eenmaal de realiteit. Natuurlijk heb ik veel goede herinneringen, met name dankzij Hana en Inoue, twee van de beste Japanners die ik ken, en met de tijd zullen de slechte momenten vervagen en zal mijn beeld vanzelf weer worden bijgesteld.

Ik heb zowat alles gezegd wat ik wilde over mijn verblijf in Japan, dus dit zal de laatste keer zijn dat hier iets te lezen valt, tenzij dat ik ooit nog eens in dit gekke land terecht kom (wat er niet echt inzit voor de komende jaren). Bedankt om mijn kleine en grote avonturen in het land van de rijzende zon te volgen gedurende het afgelopen jaar, en na meer dan 60 pagina’s vol te hebben gepend met ervaringen en mijn kijk op dit vreemde land, sluit ik mijn blog af met de hoop dat iedereen toch een beetje heeft kunnen genieten van mijn schrijfsels. Bedankt!

woensdag, augustus 01, 2007

Gettin' Out

De zomer in Japan is traditioneel de periode waarin schrijnen en tempels festivals organiseren. De meesten zijn klein en eenvoudig, maar de afgelopen weken heb ik er twee bezocht die zeker de moeite waard zijn voor iedereen met een beetje interesse in Japanse cultuur.

Het eerste was Gion-Matsuri, een festival dat al meer dan duizend jaar wordt gevierd om het einde van een reeks ziekten die Kyoto teisterden te herdenken. Het festival duurt eigenlijk de hele maand juli, maar de interessantse activiteit is de optocht die plaatvindt op 17 juli. De grootste straten worden afgesloten van het verkeer, en een parade van schrijnen trekt door de stad.

Gion is het beroemdste festival in Japan, en zoals verwacht komt er ontzettend veel volk op af, ook veel buitenlandse toeristen. De straten staan afgeladen vol, vooral op de hoeken moet je echt drummen om een goed plaatsje te vinden (reden komt later). Net zoals bij Jidai-Matsuri (oktober vorig jaar) zijn de Japanners hier echter uiterst gedisciplineerd in, en gebeurt alles mooi ordelijk. De grote politiemacht die hier voor wordt uitgetrokken zal er ook wel voor iets tussenzitten!


De grote wagens, hoko, zijn zeer indrukwekkend om te zien, vooral omwille van hun rijke versieringen. Naar het schijnt wegen ze rond de 12 ton, gecombineerd met het volk dat er bovenop zit is dit toch wel zwaar peins ik! Daarom moeten de wagens worden voortgetrokken door een tiental mensen. Het spectaculairste gebeurt in de bochten. Aangezien de wagens niet op zichzelf kunnen draaien, moeten ze iedere keer terug in de goede richting worden getrokken. Met elke wagen lopen er een hoop kerels mee die bamboelatten op de grond moeten leggen en deze nat maken zodat de wielen kunnen glijden. Onder luide aanmoedigingen van de mannetjes op de wagen wordt hij een paar graden in de juiste richting getrokken, waarop het hele proces wordt herhaald. Het zag er allemaal niet min uit, en ik zou niet graag in hun schoenen staan en de hele dag een wagen door de stad trekken!

Andere wagens, tama, beelden historische taferelen uit, en zijn een stuk kleiner dan de hoko. Ze wegen “slechts” anderhalve ton. Bij de bochten wordt de tama niet gedraaid zoals de grote wagens, maar de dragers heffen het ding gewoon even op! Het grappige is dat er onderling precies een competitie bezig is, aangezien iedere groep dragers probeert zoveel mogelijk rondjes te lopen met zijn tama.

Het tweede festival dat ik heb bezocht was het Tenjin-Matsuri, een van de drie grootste festivals in Japan dat in Osaka werd gehouden. Ik heb eerlijk gezegd geen idee waar dit om draaide, maar dat hield ons niet tegen om een kijkje te gaan nemen!

Aangekomen hadden we al meteen door dat de reputatie van grootste festival gepaard ging met een enorme massa. De straten in de buurt waren afgesloten, en overal stonden kraampjes opgesteld. Eigenlijk heeft zo’n festival iets weg van een kermis, compleet met schietkramen, viskraampjes (wat hier wel heel letterlijk werd genomen), en zelfs een spookhuis!

Een van de grote publiekstrekkers was een botenparade op de rivier. Wat hier precies de bedoeling van was is een raadsel, het had wel iets carnavalsachtig (boten vol reclame, gevuld met Japanners die blijkbaar al aardig wat alcohol binnen hadden), maar was leuk om te zien. Het hele gebeuren zou worden afgesloten met vuurwerk, maar aangezien we niet echt wisten waar dit precies te doen zou zijn hebben we alleen maar de laatste minuut kunnen meemaken, maar naar verluid was het niet zo spectaculair.


dinsdag, juli 17, 2007

Heading for the Sunrise

Een van de dingen die elke buitenlandse student na een jaartje Japan toch gedaan moet hebben is de Fuji beklimmen. Met zijn 3776m is deze de hoogste berg in Japan, en ieder jaar klimmen 200.000 mensen naar de top (waaronder meer dan 60.000 buitenlanders). Nu, ik heb blijkbaar de reputatie van iemand die een lichte afkeer heeft van sport en fysieke inspanningen, dus het gedacht dat ik een berg zou beklimmen alleen al is voor velen een absurd gegeven. Als ik hier ook nog bij zeg dat we dit ’s nachts hebben gedaan voor de sfeer, en rond zonsopgang boven te zijn, weet ik dat veel mensen mij gewoon gek zullen verklaren, maar ik heb het toch maar gedaan, samen met een groepje medestudenten uit Leuven, en andere buitenlandse studenten van Kansai University!

De beklimming begint natuurlijk niet helemaal beneden, aangezien dit veel te lang zou duren. De klimroute is verdeeld in verschillende stations, en de meeste mensen beginnen bij het vijfde station in Kawaguchi, op 2305m hoogte. Alhoewel 1471m klimmen niet zo veel lijkt, doen de meeste mensen er gemiddeld zo’n 6-7 uur over. Opgewekt en klaar voor de uitdaging begonnen wij aan onze klim rond 7 uur ’s avonds, maar niet zonder eerst van het adembenemende uitzicht en de prachtige zonsondergang te hebben genoten.

De klim op zich viel nog goed mee, zeker aangezien we tijd genoeg hadden en dus niet naar boven moesten spurten. Het eerste stuk was niet echt steil, en na een tweetal uurtjes waren we behoorlijk gestegen. Daarna werd het leuker met wat echt klimwerk. In het donker als een of andere berggeit over de rotsen klauteren is misschien niet mijn ideale tijdverdrijf, maar ik heb er mij toch goed mee geamuseerd (alhoewel mijn arme sneaker het zwaar te verduren hebben gekregen).

Hoe hoger dat we klommen, hoe kouder dat het natuurlijk werd, wat voor mij het vervelendste aan de hele opgave was aangezien ik hier niet zo goed op was voorbereid, zeker niet vergeleken met de anderen (die als echte hikers met bergschoenen, dikke jassen en extra zuurstof de uitdaging aangingen). Na een stop aan het achtste station, was het tijd voor de laatste etappe. De laatste loodjes wegen meestal het zwaarst, maar al bij al viel het nog goed mee. Aangezien de zon elk moment kon opkomen, wilde iedereen zo snel mogelijk de top bereiken, met als gevolg dat we voor sommige stukken echt in de rij moesten aanschuiven!

Achter ons begon de zonsopgang, maar spijtig genoeg was het redelijk bewolkt, waardoor het niet zo spectaculair was als het had moeten zijn. Op de top aangekomen, bij het laatste station was een van de eerste dingen die ik zag toch wel niet een souvenirshopke met allerlei prullen! Over de stations gesproken, de uitbaters zijn de grootste afzetters die ik ooit ben tegengekomen. Voor 5 euro mocht je een kwartiertje in een station wat opwarmen, en als je een uur wilde rusten was je al snel 30-40 euro kwijt!

Nadat we ons even hadden verwarmd met de goorste warme chocolademelk die ik ooit heb gedronken (en ook nog eens belachelijk duur was), was het tijd voor de afdaling. Spijtig genoeg hadden we de krater niet kunnen bezichtigen, omdat de ochtendmist ongelofelijk snel kwam opzetten. De afdaling zelf was veel saaier dan de beklimming, maar we hebben onderweg wel van een mooi uitzicht kunnen genieten.

Terug in Tokyo, moe maar voldaan kreeg ik niet veel kans om te recupereren, aangezien ik ’s avonds met Nathan en Emma in Shibuya afgesproken. Normaal gezien zouden we eens goed op stap gaan, maar, ook wegens financiele beperkingen, zat dat er niet echt meer in voor mij, dus hebben we het gehouden op yakiniku, een soort barbecue. We hadden een geweldig redelijk geprijsd all-you-can-eat-and-drink restaurantje gevonden, wat, gegeven de dure prijzen voor vlees in Japan, ideaal was om te bekomen van mijn uitstapje!

maandag, juli 02, 2007

Time is Running Out

Het is al even geleden sinds mijn laatste serieuze blog, maar dat is vooral omdat er niet veel te beleven valt. Ik ga naar de les, ik studeer (uiteraard!), bekijk een dvd van tijd tot tijd, en verveel me. Het semester hier loopt bijna ten einde, nog een slordige drie weken en ik heb examens (niet dat ik mij daar zorgen over moet maken). Daarna is het stilletjes aan aftellen naar de terugkeer richting Belgie (ik heb mijn vlucht ondertussen ook vastgelegd), waarna ik eindelijk weer eens iedereen face-to-face kan irriteren xD.

Het regenseizoen heeft sinds enkele weken zijn intrede gedaan, maar tot ieders verbazing is het nog relatief droog gebleven, buiten een gietende regenbui met momenten, maar dat is nog redelijk normaal. Het wordt ook warmer en warmer, en aangezien Japanners de vervelende “stating-the obvious” gewoonte hebben, hoor ik zo’n tien keer per dag “atsui” (’t is warm), gecombineerd met een pathetische imitatie van iemand die al tien dagen zonder water door de woestijn dwaalt. Ik hou mijn hart vast voor wat ze gaan doen en zeggen als de ECHTE zomer eraan komt, die berucht is om zijn ondraaglijke hitte gecombineerd met een veel te hoge vochtigheidsgraad.

Japanse vrouwen doen er echt alles aan om toch maar te vermijden dat ze een beetje kleur krijgen. Ook al is er maar een enkel zonnestraaltje dat de wolken doordringt, de helft van de meisjes hebben onmiddellijk de parasol in aanslag en vluchten de schaduw in. Het wordt er alleen nog maar beter op als meisjes niet alleen met een parasol rondlopen, maar ook nog voor alle zekerheid een paraplu meenemen (raining season, remember). Alsof dit nog niet absurd genoeg is, verkopen naast zonnebrandcremes, de producten om de huid te verbleken als zoete broodjes.

Minder leuk is dan weer het verschijnsel van de zonnekleppen, vooral populair bij oude vrouwtjes. Deze dingen zijn gigantisch, en bedekken half het gezicht. Het is redelijk creepy als er opeens zo’n vrouwtje naast je opduikt (alhoewel ze nog net niet zo akelig zijn als de mondmaskertjes die gelukkig verdwenen zijn, op een of andere hypochonder hier en daar na),

Ongetwijfeld een van de leukste dingen die ik heb meegemaakt was mijn ontmoeting met Hana een paar weken geleden. De meesten onder jullie kennen hem wel, de Japanse volleyballer die een seizoen bij Noliko Maaseik heeft gespeeld en waar ik via Johan mee in contact ben gekomen. Hij is waarschijnlijk de beste Japanner die ik ken, en aangezien we tijdens zijn verblijf in Belgie al verschillende keren hadden afgesproken, moesten we dit natuurlijk ook eens in Japan doen als hij terug in het land was!

Zo gezegd zo gedaan, en een paar weken geleden zijn we dan eens iets gaan drinken in, jawel, de Belgische bar. Zoals iedereen zich kan voorstellen, was het voor mij geweldig om nog eens wat kost van bij ons te kunnen eten en fatsoenlijk bier te drinken. Er is bijgepraat over mijn avonturen hier, volleybal, maar natuurlijk ben ik ook op de hoogte van de laatste nieuwtjes die bij Noliko de ronde doen (gelukkig is Maaseik zo’n uitgebreid roddelnetwerk xD). Al bij al was het een van de beste avonden van de afgelopen weken, en zeker voor herhaling vatbaar!

Het afgelopen weekend vond het Gaidai zomerfestival plaats. Aangezien Gaidai vanaf oktober wordt overgenomen door Osaka University, is dit het allerlaatste festival dat ze volledig zelf kunnen organiseren, dus dat moest wel iets speciaals worden. Onder de intrigerende slogan “Gaidai-ism, the Summer of Summer” (Japanners en Engels blijft een heerlijke combinatie) wordt het al maandenlang aangekondigd, en vandaag was het dan eindelijk zover. Op een of andere manier is het wel vergelijkbaar met Belgische schoolfeesten, maar hier wordt het echt voor de studenten georganiseerd, niet meteen voor de hele aanhang, die er in veel mindere mate rondloopt (en in tegenstelling tot Belgen, niet aan de toog gaan staan en hun kinderen proberen te ontwijken).


Zoals in een van mijn eerdere posts al vermeld zijn er verschillende clubs op Gaidai (sport, fotografie, dans, enz), en zij zijn eigenlijk de drijvende kracht achter het festival. Ze organiseren optredens, demonstraties, maar staan vooral in voor de ontelbare eetkraampjes die er te vinden zijn. Er waren verschillende interessante optredens (buikdanseressen, xD), maar de meesten deden me sterk denken aan Crea (Maaseikenaren kennen dit gedrocht wel), wat in mijn ogen niet echt flatterend is voor de Japanners.


Ik denk dat er een of ander internationaal thema was gekozen, aangezien de verschillende eetkraampjes voedsel van verschillende landen presenteerden. Japanse interpretaties van pizza (twee sneedjes wit brood met wat groenten tussen), kebab (die verdacht veel op yakitori, brochettes, leek, maar beter was dan die van het kraampje met echte yakitori) zijn altijd grappig, maar gelukkig waren er ook standjes met gewone Japanse kost (waar ze tenminste goed in zijn), en natuurlijk heb ik mij daaraan tegoed gedaan. Al bij al is het best wel een leuk festival om eens mee te maken, vooral omdat ontzettend veel mensen in de meest kleurrijke yukata’s rondlopen, wat altijd mooi is om te zien.

woensdag, juni 13, 2007

Losing My Religion

Nadat uit een recent gesprek met een bepaalde persoon (die ik na lang beraad toch niet bij naam ga noemen) maar weer eens is gebleken wat voor een arrogante, cynische, egoistische, hoogmoedige nul ik blijkbaar ben, heb ik de conclusie gemaakt dat het gewoonweg maatschappelijk onverantwoord zou zijn om mijn werkelijk gigantische ego niet met de rest van de wereld te delen; het werd tijd dat ik mijn eigen sekte oprichtte! Jullie kunnen zich wel voorstellen wat een onvoorstelbaar grote teleurstelling dat het was voor een onuitstaanbare egotripper als ik, toen bleek dat alle religieuze activiteiten verboden waren in de dormitories op Gaidai. Daar zat ik dan, met mijn plannen om arme idioten geld af te troggelen, brainwashing, en natuurlijk de onvermijdbare, maar ontegensprekelijk briljante collectieve zelfmoord, de wereld weet gewoon niet wat hij mist!

Nu, de reactie van de universiteit is niet zo verwonderlijk. Allhoewel Shintoisme en Boeddhisme relatief onschulidge religies zijn, kampt Japan met het problem van sektes, die net zo zot zijn, of waarschijnlijk nog zotter dan Scientology of de Moon-cult. Sommigen zullen zich de aanslag met Sarin-gas in de metro van Tokyo door de Aum-Shinrikyo sekte herinneren, waarna er een golf van angst is gegaan door de Japanse bevolking.

Vooral op de universiteiten is dit blijkbaar een hot issue, en met rede. In een van de eerste maanden dat ik hier was, benaderde een of andere Japanse mij met de uitnodiging tot een etentje, om gezellig over een of andere Boeddhistische groepering te keuvelen. Arm zoals ik ben, kon ik uiteraard geen gratis eten afwijzen, en ook al is mijn interesse in Boeddhisme praktisch onbestaande, dit had ik er toch wel voor over!

Ik werd uitgenodigd in een naar Japanse normen gigantisch vier-kamer appartement, en toen ik een of ander seminarie zaaltje zag, compleet met beamer en groot projectiescherm, begon er al een alarmbelletje te rinkelen, maar natuurlijk niet hard genoeg om boven het knorren van mijn hongerige maag uit te komen. Het etentje verliep zoals altijd met een Japanner, steeds dezelfde vragen die terugkwamen, en een werkelijk saai gesprek over hun Boeddhistisch groepje.

Een paar dagen later kreeg ik opeens een mail die mij informeerde over een weekendje in een of ander kamp waar ik blijkbaar stilzwijgend mee akkoord was gegaan! Het werd mij nu toch allemaal een beetje te creepy, en gecombineerd met het feit dat het kamp niet gratis was, deed ik wat iedere kerel zou doen, ik weigerde beleefd, en negeerde de rest van de berichten die ze mij stuurde.

Naderhand had ik niet veel aandacht besteed aan dit incidentje, tot dat een van mijn proffen ons een halve les heeft geentertained over de gevaren van sektes op universiteiten, wat mij eerlijk gezegd ronduit idioot klonk, maar bij de Japanners zit de schrik er serieus in. De aankondiging in onze dorm was daar maar weer eens een teken van, niet alleen werden alle religieuze groeperingen gewoonweg verboden, het was ook niet meer toegestaan om mensen te recruteren. Ik heb er zelf nog niks van gemerkt buiten dat ene voorvalletje dat niet eens in de buurt van de dorm was gebeurd, maar Japanners reageren nu eenmaal graag preventief.

Over preventieve reacties gesproken, in de afgelopen weken is het mij duidelijk geworden dat dit niet voor alles geldt. In de Japanse universiteiten wordt er met paniek gereageerd op de uitbraak van de mazelen. De afgelopen 20 jaar zijn er praktisch geen vaccinaties geweest, omdat men toch dat “mazelen toch wel uitgeroeid zouden worden”, met als gevolg dat de huidige jonge generatie vatbaar is voor deze ziekte, wat er toe heeft geleid dat er in Tokyo al enkele universiteiten de deur hebben moeten sluiten! Hier op Gaidai hangen ook al verscheidene waarschuwingen op, maar tot nu lijkt het er spijtig genoeg niet op dat we een extra weekje vakantie krijgen.