dinsdag, juli 17, 2007

Heading for the Sunrise

Een van de dingen die elke buitenlandse student na een jaartje Japan toch gedaan moet hebben is de Fuji beklimmen. Met zijn 3776m is deze de hoogste berg in Japan, en ieder jaar klimmen 200.000 mensen naar de top (waaronder meer dan 60.000 buitenlanders). Nu, ik heb blijkbaar de reputatie van iemand die een lichte afkeer heeft van sport en fysieke inspanningen, dus het gedacht dat ik een berg zou beklimmen alleen al is voor velen een absurd gegeven. Als ik hier ook nog bij zeg dat we dit ’s nachts hebben gedaan voor de sfeer, en rond zonsopgang boven te zijn, weet ik dat veel mensen mij gewoon gek zullen verklaren, maar ik heb het toch maar gedaan, samen met een groepje medestudenten uit Leuven, en andere buitenlandse studenten van Kansai University!

De beklimming begint natuurlijk niet helemaal beneden, aangezien dit veel te lang zou duren. De klimroute is verdeeld in verschillende stations, en de meeste mensen beginnen bij het vijfde station in Kawaguchi, op 2305m hoogte. Alhoewel 1471m klimmen niet zo veel lijkt, doen de meeste mensen er gemiddeld zo’n 6-7 uur over. Opgewekt en klaar voor de uitdaging begonnen wij aan onze klim rond 7 uur ’s avonds, maar niet zonder eerst van het adembenemende uitzicht en de prachtige zonsondergang te hebben genoten.

De klim op zich viel nog goed mee, zeker aangezien we tijd genoeg hadden en dus niet naar boven moesten spurten. Het eerste stuk was niet echt steil, en na een tweetal uurtjes waren we behoorlijk gestegen. Daarna werd het leuker met wat echt klimwerk. In het donker als een of andere berggeit over de rotsen klauteren is misschien niet mijn ideale tijdverdrijf, maar ik heb er mij toch goed mee geamuseerd (alhoewel mijn arme sneaker het zwaar te verduren hebben gekregen).

Hoe hoger dat we klommen, hoe kouder dat het natuurlijk werd, wat voor mij het vervelendste aan de hele opgave was aangezien ik hier niet zo goed op was voorbereid, zeker niet vergeleken met de anderen (die als echte hikers met bergschoenen, dikke jassen en extra zuurstof de uitdaging aangingen). Na een stop aan het achtste station, was het tijd voor de laatste etappe. De laatste loodjes wegen meestal het zwaarst, maar al bij al viel het nog goed mee. Aangezien de zon elk moment kon opkomen, wilde iedereen zo snel mogelijk de top bereiken, met als gevolg dat we voor sommige stukken echt in de rij moesten aanschuiven!

Achter ons begon de zonsopgang, maar spijtig genoeg was het redelijk bewolkt, waardoor het niet zo spectaculair was als het had moeten zijn. Op de top aangekomen, bij het laatste station was een van de eerste dingen die ik zag toch wel niet een souvenirshopke met allerlei prullen! Over de stations gesproken, de uitbaters zijn de grootste afzetters die ik ooit ben tegengekomen. Voor 5 euro mocht je een kwartiertje in een station wat opwarmen, en als je een uur wilde rusten was je al snel 30-40 euro kwijt!

Nadat we ons even hadden verwarmd met de goorste warme chocolademelk die ik ooit heb gedronken (en ook nog eens belachelijk duur was), was het tijd voor de afdaling. Spijtig genoeg hadden we de krater niet kunnen bezichtigen, omdat de ochtendmist ongelofelijk snel kwam opzetten. De afdaling zelf was veel saaier dan de beklimming, maar we hebben onderweg wel van een mooi uitzicht kunnen genieten.

Terug in Tokyo, moe maar voldaan kreeg ik niet veel kans om te recupereren, aangezien ik ’s avonds met Nathan en Emma in Shibuya afgesproken. Normaal gezien zouden we eens goed op stap gaan, maar, ook wegens financiele beperkingen, zat dat er niet echt meer in voor mij, dus hebben we het gehouden op yakiniku, een soort barbecue. We hadden een geweldig redelijk geprijsd all-you-can-eat-and-drink restaurantje gevonden, wat, gegeven de dure prijzen voor vlees in Japan, ideaal was om te bekomen van mijn uitstapje!

Geen opmerkingen: