Zoals ik ongetwijfeld al eerder heb vermeld, leef ik op een verdiep met een paar Japanners en Andy, mijn Deense medestudent. Over het algemeen heb ik niet veel contact met de Japkes, eentje van hen is constant weg, ofwel rugbytraining of studentenjob, de andere heeft veel weg van een hikikomori, sluit zich op en overleeft op diepvriesmaaltijden of laat pizza leveren. We krijgen hem eigenlijk alleen maar te zien als we per ongeluk iets van hem hebben gebruikt, en hij dat in ons gezicht komt duwen met de bijna hysterische vraag waarom we wel aan zijn spullen hebben gezeten, maakt niet uit of het een koffielepeltje of een rijstkoker is.
Nu, in April is het nieuwe academiejaar begonnen in Japan, wat dan ook voor ons betekende dat we er twee nieuwe buren bijkregen. Yuuki is redelijk teruggetrokken maar vriendelijk, terwijl de andere kerel gewoon raar is. Komt niet veel buiten, en heeft de idiote gewoonte om niet alleen de gaskraan (wat nog begrijpelijk zou kunnen zijn), maar ook de watertoevoer af te sluiten na gebruik, om ongelukken te voorkomen.
Een paar weken geleden hing er opeens een bekendmaking in de keuken, met daarop de namen van de voorzitter van deze unit (ons deel van het verdiep), de penningmeester en de verantwoordelijke voor entertainment. Het reilen en zeilen in onze dorm is namelijk niet de verantwoordelijkheid van Gaidai, maar wordt geregeld door een studentencomite, wat wel eens een verklaring zou kunnen zijn voor de erbarmelijke levensomstandigheden. Bij het begin van het nieuwe academiejaar moeten er in iedere unit verkiezingen (!) worden gehouden om bovenstaande posities in te vullen. Aangeziend dit mij een redelijk democratisch systeem lijkt, zou je verwachten dat Andy en ik, die hier al langer wonen dan de helft van de Jappen, ook mochten stemmen, maar blijkbaar staan de Japanners toch niet zo open voor andere culturen als ze ons willen doen geloven, en werden we gewoon straal genegeerd.
Aangezien dit de eerste keer was dat we iets te weten kwamen over de werking van de dorm, zijn we ons gaan informeren over bovenstaande posities. Groot was onze verbazing toen bleek dat onze geliefde voorzitter (die ook nog eens onze residential hikikomori bleek te zijn) niet alleen verantwoordelijk was voor het informeren ivm beslissingen van het bestuur (waar wij nooit iets van te horen hebben gekregen), maar ook in moest staan voor orde op onze gang! Zoals uit de foto’s die ik ooit hier op heb gezet is gebleken dat hij hier toch wel keihard in faalt. Het gewone vuil wordt door de poetsvrouwen opgehaald, maar er staan hier ook twee dozen voor plastic flessen en blikjes. Ook al gebruiken Andy en ik deze amper, toch zijn wij het die dit afval iedere keer opruimen, aangezien de Japanners precies proberen om een zo hoog mogelijke berg blikken opeen te stapelen.
Nu waren wij niet alleen redelijk gedegouteerd door het feit dat wij hier al een half jaar wonen zonder dat iemand zich de moeite heeft gedaan om ons over de gang van zaken te informeren, maar zagen wij dit ook als een goed excuus om te testen hoever we de Japkes konden drijven in hun luiheid. Andy kwam op het simpele idee om het spelletje vreedzaam te spelen (terwijl ik eerder voorstander was van een gezellig ouderwetse vete met de optie op een escalatie met nare gevolgen, om de tijd wat te verdrijven), door gewoon niks meer te doen. Geen gemeenschappelijke spullen meer afwassen, maar gewoon onze eigen dingen gebruiken, niets meer opvegen als een van onze dormgenoten er weer eens niet in geslaagd was om een beetje proper te koken, en vooral, geen blikjes of plastic flessen meer opruimen.
Na een paar weken niks te hebben gedaan, waren we het er allebei over eens dat dit toch wel saai was, en te lang zou kunnen aanslepen, dus moesten we het over een andere boeg gooide. Onze voorzitter (Yasuhara btw), het hoofddoel van onze actie, overleeft voornamelijk op diepvriesmaaltijden, en dus besloten we om dit een beetje te bemoeilijken. De doos voor de blikjes staat vlak langs de diepvriezer, en aangezien deze al ettelijke weken niet was leeggemaakt was onze halve keuken bezaaid met blikken. Natuurlijk maakte dit geen verschil voor Yasuhara, omdat hij toch alleen maar de microgolf en de diepvriezer gebruikte, tot dat hij op een dag merkte dat Andy en ik ons hadden geamuseerd met mooie blikkentorentjes te bouwen voor beide apparaten. Hij kon hier niet echt mee lachen, maar hij had de boodschap nog niet echt begrepen, dus moesten we het proces nog een paar keer herhalen, totdat het hem op een ochtend te veel werd, onder hels kabaal de gang doorstormde met zakken vol lege blikjes, en eindelijk de plicht deed waarvoor hij zo democratisch was verkozen. Aan de boze blikken die hij ons sindsdien geeft denk ik niet dat onze kleine actie zijn standpunt over buitenlanders heeft verbeterd.
Dit voorbeeld illustreert ook een van de punten die Michael in zijn blog heeft aangehaald. Japanners zeggen graag dat ze openstaan voor andere culturen, en dat ze graag omgaan met buitenlanders, maar als puntje bij paaltje komt zijn ze toch wel heel wat xenofober als ze beweren. Ze hebben nog altijd het gevoel dat een buitenlander nooit echt op zijn plaats kan zijn in hun maatschappij, en zullen dan ook niet gauw iets ondernemen om daar verandering in te brengen. Tijdens mijn verblijf is dat een van de dingen waar ik mij het meeste aan erger, en ik vrees dat daar niet veel verandering in zal komen.
Volgende update: Als ik niet de religieuze toer op ga zal ik mij waarschijnlijk uit verveling met wat smack talk bezighouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten